In gesprek met....Saraa

Een serie over sleutelpersonen

Als IOM-counselors staan wij in nauw contact met migrantengemeenschappen in heel Nederland. Wij spreken vaak sleutelpersonen binnen deze gemeenschappen, die op meerdere vlakken belangrijk zijn voor migranten. Vaak helpen ze door bijvoorbeeld mee te gaan naar doktersbezoeken en zoeken ze samen een weg door het doolhof van administratie en instanties. Ze informeren mensen over hun rechten en plichten en zijn bovenal een luisterend oor. Zo vormen ze een brug in de samenleving en geven ze een stem aan hen die in de schaduw leven.
Eerder interviewden wij al Virginia Tonogan uit de Filipijnen, die onlangs zelfs met een koninklijk lintje werd onderscheiden voor haar belangrijke bijdrage. Met deze portretserie werpen we een licht op deze mensen en wat zij betekenen voor de gemeenschap.

Een Ontmoeting met Saraa

In Eindhoven ontmoet ik Saraa, een vijftigjarige vrouw uit Mongolië. “Hier ben ik nog jong,” zegt ze glimlachend. “In Mongolië ben ik al heel oud; daar is er nu niets meer voor mij, ook geen werk.” Saraa is nerveus voor het interview; ze wil niet in de problemen komen, ook niet binnen haar eigen gemeenschap. “Dit is ook iets cultureels,” vertelt ze. “Iedereen probeert zo laagdrempelig mogelijk te blijven. De mensen werken hard, leven een zo gewoon mogelijk leven en proberen verder niet zichtbaar te zijn.” Een interview creëert zichtbaarheid, iets waar niet iedereen op zit te wachten.

De rol van Saraa in haar gemeenschap

Maar Saraa is wel degelijk zichtbaar. Ze is een kleine vrouw met een warme uitstraling. Al 15 jaar woont en werkt ze in Nederland en geeft ze, waar nodig, hulp binnen haar gemeenschap. De Mongoolse cultuur is een nomadische cultuur, vertelt ze. Mensen helpen elkaar als het nodig is, zonder al te veel vragen te stellen. Saraa krijgt regelmatig telefoontjes van mensen die hulp nodig hebben met bijvoorbeeld een vertaling, een bezoek aan een dokter, of van mensen die op zoek zijn naar werk of terug willen naar Mongolië.

Zo heeft ze in 2010 IOM leren kennen en verwijst zij sindsdien mensen door naar onze counselor Marc als mensen vragen hebben over vrijwillige terugkeer. Ze vraagt niet door, zegt ze; ze kijkt of ze kan helpen en zo niet, dan kan iemand anders misschien iets betekenen. Ze doet het uit haar hart en probeert met haar handen een hart te vormen; handen die in Mongolië jarenlang fabrieksarbeid hebben gedaan en hier in Nederland al jarenlang huizen schoonmaken.

Van Mongolië naar Nederland

Saraa zelf werd geboren op het platteland, zo’n 1000 kilometer van Ulaanbaatar. Als oudste heeft ze acht broertjes en zusjes; haar vader overlijdt op 35-jarige leeftijd als hij van zijn paard valt. Saraa is dan negen jaar. De familie verhuist noodgedwongen naar Ulaanbaatar, waar het leven wellicht nog moeilijker is dan op het platteland. Als ze 16 is, werkt ze fulltime in verschillende fabrieken om haar familie te onderhouden. De economische crisis na de val van het communisme zorgt er echter voor dat vele fabrieken moeten sluiten. In 1998 sluit ook de fabriek waar Saraa werkzaam is; werk vinden wordt dan nog moeilijker en ze klust bij waar het kan.

Haar beste vriendin uit de fabriek is al eerder uit Mongolië vertrokken en laat haar weten dat ze naar Nederland moet komen. Het is dan 2008, en Saraa komt met de trein, en deels ook lopend, naar Nederland. Hier verblijft ze eerst bij haar vriendin, die na twee jaar terugkeert om voor haar zieke moeder te zorgen. Saraa zelf heeft haar eigen familie nooit meer gezien. Haar moeder overlijdt in 2023 na een heel kort ziekbed; haar broers en zussen zijn allemaal nog in Mongolië. Als het nodig is, helpt ze hen. Haar dochter woont inmiddels in Korea, waar ze ook heeft gestudeerd. Saraa wil het liefst in Nederland blijven; ze heeft twee jaar geleden een vergunning aangevraagd, maar wacht nog steeds op antwoord.

De uitdagingen van het leven in Nederland

Eindhoven kent een grote gemeenschap van ongedocumenteerde mensen uit Mongolië. Sommigen wonen er al een tiental jaar, anderen blijven er maar kort voordat ze terugkeren of elders werk vinden. Het nomadische zit in de cultuur; contact wordt er via Facebook onderhouden. Het leven in Nederland is rustig, het is er veilig en de werkomstandigheden in Eindhoven zijn relatief goed, vertelt Saraa. Als er geen werk is, gaan mensen weer verder.

Een steeds groter wordend probleem is wel dat steeds meer betalingen alleen per pin gaan, en een pinpas is iets wat ongedocumenteerden vaak niet hebben. Aan het einde van het gesprek vertelt Saraa dat ze nergens heel lang kan blijven omdat tegenwoordig ook de toiletbetalingen geautomatiseerd zijn; ze kan dus niet zomaar naar het toilet. In de Hema, waar we een kopje thee drinken, hangt een groot bord dat bij de wc alleen pinbetalingen mogelijk zijn. Zo zijn het de ogenschijnlijk kleine dingen die een grote impact hebben op het gewone leven van alledag. Een leven dat ook voor Saraa zo gewoon mogelijk is; met werken, uitstapjes met vrienden en hulp aan een ieder die het nodig heeft.